De rechten en plichten van getuigen in het strafproces
Bent u als getuige opgeroepen in een strafzaak? Mogelijk zit u dan boordevol vragen. In deze bijdragen zullen we enkele veelvoorkomende bespreken.
Ik ben als getuige opgeroepen. Moet ik ook verschijnen?
Dit hangt er vanaf. Indien u bij de politie wordt opgeroepen als getuige, kan de politie u niet dwingen om te verschijnen. Dit ligt anders als u door de rechter wordt opgeroepen om te getuigen. Wanneer de rechter u oproept als getuige, kan hij/zij u verplichten om te verschijnen. Als u bij de eerste oproep van de rechter niet bent verschenen kan de rechter besluiten om u door de politie op te laten halen middels een ‘bevel tot medebrenging’. De politie kan in zo’n geval bij u op de stoep staan om u naar de rechtbank of het gerechtshof te brengen.
De politie kan nog wel eens de suggestie wekken dat u verplicht bent om te verschijnen op het politiekantoor. Dit is niet waar. U bent niet verplicht om te verschijnen indien de politie u vraag te verschijnen als getuige.
Ik ben als getuige opgeroepen. Moet ik ook verklaren?
Dat hangt er vanaf. Bij de politie bent u niet verplicht om te getuigen, bij de rechter doorgaans wel, tenzij u een verschoningsrecht heeft. In de wet staat bijvoorbeeld dat niemand hoeft te verklaren tegen (naaste) familieleden. Ook kunnen bepaalde professionals (zoals advocaten en artsen) zich verschonen als zij worden gevraagd naar informatie die zij door hun werk te weten zijn gekomen.
Degen die gebruik kunnen maken van het verschoningsrecht zijn onder meer:
de (vroegere) echtgenoot of geregistreerd partner van een procespartij;
de bloed- en aanverwanten (tot de tweede graad) van een procespartij of van diens echtgenoot of geregistreerd partner;
journalisten over vragen naar hun bron;
personen die tot geheimhouding verplicht zijn uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking (advocaat, notaris, arts, geestelijke).
Ook bepaalt de wet dat een getuige geen vragen hoeft te beantwoorden als hij daardoor:
zichzelf, of
één van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn, of
één van zijn bloed- of aanverwanten in de zijlijn (in de tweede of derde graad), of
zijn (vroegere) echtgenoot c.q. geregistreerd partner,
aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling ter zake van een misdrijf zou blootstellen.